Aan de westzijde van het Betuwse plaatsje Beusichem is een groengordel gerealiseerd bestaande uit twee nieuwe landgoederen aansluitend op een reeds bestaand recreatiegebied rondom een voormalige zandwinplas. De twee landgoederen zijn als één geheel ontworpen op basis van de historische verkaveling en relatieve hoogteligging op de overgang van de oeverwal naar de lagergelegen komgronden. De twee nieuwe landgoederen heten ’t Rijsbosch en Bloemstuiver en zijn respectievelijk genoemd naar een oude veldnaam en een oude munt. Een rijsbosch is een bosje van wilgen zoals die voor het sluiten van de dijken veel voorkwamen in de Betuwe. Een bloemstuiver is een oude vierkante munt (1913-43) ter waarde van 5 cent met daarop een bloem. De naam is een speelse verwijzing naar de herberg annex halteplaats ‘De Laatste Stuiver’ aan de tramlijn Tiel-Buren-Culemborg direct ten noorden van de landgoederenzone.
Aansluitend op de provinciale wandelroute het Engelroderpad, is een wandellus op de landgoederenzone uitgezet, die vooral over het landgoed Bloemstuiver voert en daarom de naam Bomenpad Bloemstuiver heeft gekregen. In totaal zijn 40 bomen voorzien van een informatieschildje met uitleg over de soort en herkomst.